Familie van Vliet in Israël

"Troost, troost Mijn volk, zal uw God zeggen, spreek naar het hart van Jeruzalem en roep haar toe dat haar strijd vervuld is…"

‘De autoriteit van de Rabbijn’

Twee weken geleden in Antwerpen sprak ik een Ultra Orthodoxe jongeman van begin twintig. Gekleed in het zwart met een witte blouse. Hij had zijn hoed afgedaan en onder zijn hoed bevond zich een zwarte Keppel, wat gebruikelijk is bij de Ultra Orthodoxe Joden. Ik probeer altijd een vragend gesprek te voeren. Ik vind het fijn om meer te weten te komen van de persoon die voor me staat en wat de beweegredenen van deze mensen zijn om bepaalde dingen te doen. We spraken over verschillende onderwerpen. Na verloop van tijd bemerkte ik iets héél interessants. Namelijk dat we allebei vanuit onze Rabbijn spraken. Bijna bij elke vraag die ik vroeg, quote hij de naam van zijn rabbijn en gaf me een antwoord die hij van zijn rabbijn geleerd had. Hij bleek de Vizhnitz rabbijnen te volgen. De eerste Rabbijn van deze rabbinale dynastie heette: Menachem Mendel Hager. De tegenwoordige vertegenwoordiger van deze rabbinale dynastie is Yisraël Yager, wonend in de stad Bnei Brak in Israël.

Ik vroeg hem of hij de rabbijn altijd vertrouwde en of hij blind alles volgt wat de rabbijn zegt. Zijn antwoord was zonder enige twijfel: “ja!” Geen twijfel mogelijk dat zijn rabbijn ook weleens een foutje zou kunnen maken. Hij stond me vreemd aan te kijken dat ik hem vertelde dat zijn rabbijn ook gewoon mens is zoals wij en ook de nodige fouten maakt in zijn leven. De Ultra Orthodoxe Joden noemen hun rabbijnen: ‘Tsaddikim’, dit betekent: ‘rechtvaardigen’. De rabbijnen worden heilig verklaard en kunnen niets fout doen in de ogen van hun volgelingen. In het Jodendom heeft iedereen hun eigen ‘Tsaddik’, hun eigen rabbijn. Ik vroeg hem of hij ook weleens zelf een interpretatie durft te maken. Dat kon hij niet, want iedereen heeft een leider nodig om tot God te komen. Hij zei: “Wie ben ik om het beter te weten dan de rabbijn die jaren gestudeerd heeft?”

Nu vraagt u uzelf af welke rabbijn ik telkens aanhaalde in ons gesprek? U raad het al… De Rabbijn met de Naam: ‘Jesjoea’. Zijn Naam betekent letterlijk: ‘Verlossing’. Ook de Heere Jezus(Jesjoea) had volgelingen. Twaalf in het bijzonder die elk detail van Zijn onderwijs meekregen. Deze volgelingen noemden Hem Rabbijn en zij weken niet van Zijn zijde. Geheel in de traditie van het Jodendom was Jezus een Rabbijn met gezag(Smichoet). Het grote verschil was dat Jezus dit gezag niet gekregen had door studeren, maar door de vervulling van de Heilige Geest. Het Woord zegt ons dat Hij op Zijn twaalfde de mensen onderwees in de tempel. Hij had de autoriteit al vanaf jongst af aan, omdat Hij uit de Vader was. Dit was zeer ongebruikelijk. In het Jodendom geldt: ‘wijsheid door kennis en kennis door studeren in de Torah.’ Hier was plotseling Iemand die geen onderwees nodig bleek te hebben…

Dit was één van de hoofd redenen waarom de Farizeeën(de rabbijnen) uit de tijd van de Heere Jezus, Hem wilde betrappen op een overtreding op de Torah. Want de rabbijnen hadden de ondraaglijke verantwoording om zondeloos te leven. Waar haalt deze man Zijn kennis en zijn autoriteit vandaan? Het was ondraaglijk voor deze hoogmoedige rabbijnen. We kunnen concluderen dat geen mens een ‘rechtvaardige’ is. Daarom zegt God dat we op mensen geen vertrouwen moeten stellen, ook al zijn ze zo gestudeerd. Ik ben in mijn leven te vaak teleurgesteld in dominees en leiders, terwijl de Heere Jezus wel zonder zonden bleef. “Ik vind geen schuld in deze Mens” zei Pilatus. Hij bleek dus een echte ‘rechtvaardige’ te zijn. Hij had recht van spreken om anderen te onderwijzen met gezag. Alhoewel Hij helemaal niet ‘rechtvaardige’ genoemd wilde worden. Mattheüs 19:16-17 En zie, er kwam iemand naar Hem toe en die zei tegen Hem: Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te hebben? Hij zei tegen hem: Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God. Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht. De jongeman noemde Jezus naar alle schijn, rechtvaardige rabbijn of in het Hebreeuws: ‘Rav Tsaddik’.

De Heere Jezus stelde nog een scherper gebod, Hij zei: Mattheüs 23:7-10 zij zijn ook belust op de begroetingen op de markten, en om door de mensen ‘rabbi, rabbi’ genoemd te worden. Maar u mag zich geen rabbi laten noemen, want Eén is uw Meester, namelijk Christus; en u bent allen broeders. En u mag niemand op de aarde uw vader noemen, want Eén is uw Vader, namelijk Hij Die in de hemelen is. En u mag niet meesters genoemd worden, want Eén is uw Meester, namelijk Christus. Niemand mag zichzelf rabbijn noemen. Ik denk dat we hier ook wel Herder in mogen vullen. Er is maar één Rabbijn en Herder, dat is de Heere Jezus, want Hij is een ware ‘Tsaddik\rechtvaardige’. Er mag er maar één zichzelf Rabbijn noemen en dat is de Christus(Messias). De Heere Jezus noemde Zichzelf geen Messias of Rabbijn, nee Hij kreeg deze titel omdat Hij de Waarheid is. Hij hoefde er niet voor te knokken en dit maakt Hem de Koning der koningen. Prijst Zijn Naam!

Het is dus héél Joods om onze woorden te vullen met het onderwijs van de Heere Jezus. Hij is onze Rabbijn. Ook Zijn volgelingen noemde Hem bij deze naam. Toen Jezus op was gestaan uit de dood noemde Maria Hem onze Rabbijn. Johannes 20:16 Jezus zei tegen haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tegen Hem: Rabboeni… De rol van de Heere Jezus als Rabbijn is erg belangrijk om te beseffen. We hebben allemaal één Rabbijn en dat is een Rabbijn met autoriteit die zelfs zo groot is dat Hij de wind en de golven tot zwijgen stemde.

Het volgen van de Heere Jezus is niets anders dan het volgen van Rabbijn Yeshua, Die alle macht en kracht ontvangen heeft omdat Hij zondeloos was en terecht ‘Tzaddik’ genoemd mag worden.

We kunnen veel leren van Ultra Orthodoxe Joden hoe we om moeten gaan met de woorden van onze Rabbijn. We kunnen leren dat we altijd dichtbij Hem moeten zijn om een Geest vervuld leven te leven. Ik liep eens in Jeruzalem. Ik hoorde veel lawaai. Jonge Ultra Orthodoxe Joden reden met een noodgang langs ons op hun elektrische fietsen. Voor hun uit reed een luxe auto. De auto parkeerde en de jongemannen gooide hun fietsen neer en sprongen op de auto en probeerde de oude man aan te raken. De oude geleerde man liep weg samen zijn beveiligers en met de groep dringende mensen en wij bleven verbluft achter. We liepen naar een man en vroegen ons wat daar zojuist voor onze ogen afspeelde. Toen vertelde hij dat dit ene rabbijn Berland was die aankwam om een woord te spreken op een bijeenkomst. Deze jongemannen deden alles om dichtbij hun rabbijn te zijn.

Ik begin langzamerhand te begrijpen wat het betekent dat het beter is om aan Zijn voeten te zitten dan voor Hem altijd maar bezig te zijn. Het is een verrijking voor mijn geloof om de context van het leven van de Heere Jezus te weten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *